SV | En ik zeide: Mijn God, ik ben beschaamd en schaamrood, om mijn aangezicht tot U op te heffen, mijn God; want onze ongerechtigheden zijn vermenigvuldigd tot boven [ons] hoofd, en onze schuld is groot geworden tot aan den hemel. |
WLC | וָאֹמְרָ֗ה אֱלֹהַי֙ בֹּ֣שְׁתִּי וְנִכְלַ֔מְתִּי לְהָרִ֧ים אֱלֹהַ֛י פָּנַ֖י אֵלֶ֑יךָ כִּ֣י עֲוֹנֹתֵ֤ינוּ רָבוּ֙ לְמַ֣עְלָה רֹּ֔אשׁ וְאַשְׁמָתֵ֥נוּ גָדְלָ֖ה עַ֥ד לַשָּׁמָֽיִם׃ |
Trans. | wā’ōmərâ ’ĕlōhay bōšətî wəniḵəlamətî ləhārîm ’ĕlōhay pānay ’ēleyḵā kî ‘ăwōnōṯênû rāḇû ləma‘əlâ rrō’š wə’ašəmāṯēnû ḡāḏəlâ ‘aḏ laššāmāyim: |
En ik zeide: Mijn God, ik ben beschaamd en schaamrood, om mijn aangezicht tot U op te heffen, mijn God; want onze ongerechtigheden zijn vermenigvuldigd tot boven [ons] hoofd, en onze schuld is groot geworden tot aan den hemel.
Zie hier voor een verklaring van de gebruikte coderingen.
Zie hier over het gebruik van de interlineair.
|
En ik zeide: Mijn God, ik ben beschaamd en schaamrood, om mijn aangezicht tot U op te heffen, mijn God; want onze ongerechtigheden zijn vermenigvuldigd tot boven [ons] hoofd, en onze schuld is groot geworden tot aan den hemel.
Zie de huisregels welk commentaar wordt opgenomen!